Het vlaggenschip de Gouden Leeuw van Luitenant-Admiraal Cornelis Tromp was in feite een driedekker, in 1666 gebouwd op de werf van de Amsterdamse Admiraliteit. Het was met zijn 82 stukken het op één der grootste oorlogsbodems van de Nederlandse vloot. In 1673 keerde Cornelis Tromp na een gedwongen afwezigheid van zeven jaar op de vloot terug. In 1666 was hij ontslagen vanwege eigenmachtig optreden in de Tweedaagse Zeeslag. Dankzij bemiddeling van Stadhouder Willem III had hij zich in het voorjaar van 1673 met opperbevelhebber Michiel de Ruyter verzoend en stond niets zijn terugkeer meer in de weg. Zijn nieuwe schip werd de ‘Gouden Leeuw’, waarop hij datzelfde jaar in de zeeslagen bij Schooneveld en Kijkduin streed. Na laatstgenoemde zeeslag in de z.g. Derde Engelse Oorlog zou dit beroemde vlaggeschip nooit meer aan de strijd der zee deelnemen. In 1686 werd de ‘Gouden Leeuw’ opgelegd en kwam terecht in het Grote Scheepsdok, het Hok, gelegen in het IJ bij ’s Lands Zeemagazijn (het huidige Nederlands Scheepvaartmuseum) in Amsterdam, waarna Tromp het commando voerde op de ‘Gouda’ gebouwd in 1665. De ‘Gouden Leeuw’ kan gezien worden als het meest beroemde oorlogsschip uit de zeventiende eeuw en werd veelvuldig getekend en geschilderd door belangrijke meesters. Niet alleen vader en zoon van de Velde, maar ook Ludolf Backhuysen en Abraham Storck hebben dit symbool uit de Gouden Eeuw op magnifieke wijze vereeuwigd. Willem van de Velde the Elder-1