Links ligt het jacht van de Amsterdamse Admiraliteit. De prachtig gesneden en beschilderde achtersteven van het schip toont een ovaal schild met het wapen van de Verenigde Provinciën, een rode leeuw op een gele achtergrond. Het schild wordt aan beide zijden geflankeerd door wapentrofeeën. Boven het achterschip staat het wapen van Amsterdam, ondersteund door twee leeuwen. Het witte deel van de vlag op de mast bevat een cirkel met drie kruizen. De betekenis is onduidelijk.
Jachten waren oorspronkelijk oorlogsschepen die werden gebruikt door de zeelieden van Duinkerken, Zeeland en Holland van de late zestiende eeuw tot het eerste kwart van de zeventiende eeuw. Ze waren licht bewapend, maar snel en konden geroeid worden als ze in een wrak lagen. Deze jachtklasse was de voorloper van het koninklijk jacht en de staatsiejachten die door officiële instanties als de Staten-Generaal, de Admiraliteit en de stadsmagistraten werden gebruikt als de waterlimousines van die tijd. Ze waren bedoeld om belangrijke mensen te vervoeren en boodschappen en orders af te leveren.
Vanwege hun officiële functie waren deze jachten vaak rijkelijk versierd met houtsnijwerk en schilderwerk. Hun snelheid en pracht leidden tot een vraag naar jachten vanuit het buitenland. Tijdens zijn verblijf in Holland uitte Karel II de wens om zelf zo’n schip te bezitten. Het jacht dat hij in 1660 van de Amsterdamse magistratuur kreeg, creëerde een nieuwe trend in Engeland en zorgde voor een enorme toename van pleziervaart.
In de latere helft van de zestiende eeuw kwam de plezierboot ook in Nederland in opkomst, zoals te zien is aan de vele afbeeldingen van dergelijke schepen op schilderijen van Ludolf Backhuysen en Abraham Storck, de belangrijkste zeeschilders in Nederland na het vertrek van de Van de Veldes naar Engeland in 1672. Omdat ze uitsluitend voor plezier werden gebruikt, waren deze jachten vaak kleiner dan die voor officiële doeleinden.
Het jacht op dit schilderij voert een sprietzeil en salueert zowel vanaf de boeg als vanaf de zijkant. Het saluut wordt beantwoord door het schip rechts. Dit schip, een tweedeks schip met tussen de 36 en 40 kanonnen, voert geen oorlogswimpel en aan de rode vlag die van de hekpost wappert te zien kan het een koopvaarder zijn. Deze vlag, die een arm met een zwaard toont, werd gevoerd door oorlogsschepen als teken dat ze aanvielen, maar werd ook gebruikt door koopvaarders als herkenningsteken. De achtersteven draagt de vlag van de Verenigde Provinciën, hoewel dit misschien een woordspeling is op de naam van het schip.
Op de achtergrond tussen de koopvaarder en het jacht is een oorlogsschip te zien met het wapen van Amsterdam op de achtersteven.
Dit alles vindt plaats voor de kust van Texel, het gebied waar de Nederlandse marine- en handelsschepen doorgaans de binnenwateren in- en uitvaren.
Het schilderij is voluit gesigneerd,
W.V. Velde de jonge, en gedateerd
1654 rechtsonder in de zee. Willem van de Velde de Jonge, een leerling van Simon de Vlieger die in 1653 overleed, was 21 jaar oud in 1654. Het schilderij kan persoonlijk in opdracht zijn gemaakt. Of dit nu wel of niet het geval is, hij was niet langer een leerling en niet langer beperkt door de regels die hem zouden hebben beperkt tot het tekenen van niet meer dan één werk per jaar. Het is niet precies bekend wanneer Willem van de Velde de Jonge met zijn vader begon samen te werken. Het vroegste bewijs voor een mogelijke opdracht waarbij de jongere Willem een zeeslag zou schilderen aan de hand van schetsen die zijn vader deels tijdens de slag had gemaakt en deels op basis van gedetailleerde verslagen van ooggetuigen, dateert uit 1652.
In elk geval is dit schilderij een van de vroegst gedateerde werken van Willem van de Velde de Jonge, onze grootste marineschilder, en dat feit alleen al maakt het schilderij interessant. De manier waarop het oorlogsschip en de koopvaarders zijn afgebeeld doet denken aan Simon de Vlieger, maar de kleurstelling, de manier waarop het water is geschilderd, scherp en contrastrijk, versterkt door het coulisse-effect op het licht en de schaduw van de golven, is geheel uniek voor de jonge kunstenaar en luidt het begin in van een nieuwe periode in de Nederlandse marineschilderkunst. Terwijl bij Jan Porcellis en Simon de Vlieger het accent nog lag op de lucht, het licht en het water in monochrome tinten, liet Willem van de Velde de Jonge het schip een gelijkwaardige rol spelen en werd de kleurstelling versterkt door het zonlicht.
Het blijft verbazingwekkend hoe zo’n jonge kunstenaar zulke ingewikkelde scheepsformaties zo nauwkeurig en met zoveel zelfvertrouwen kon schilderen. De nauwkeurigheid waarmee hij de schepen schilderde, doet vermoeden dat hij zijn composities baseerde op de tekeningen van zijn vader. Zijn precisie gaat verder dan pure academische exactheid, op zich geen garantie voor een kunstwerk. Voor echte kunst is meer nodig, een combinatie van moed, visie, technische bekwaamheid en vooral het vermogen om dingen weg te laten, om het onderwerp terug te brengen tot de essentiële elementen. Dit zijn de kwaliteiten die overduidelijk aanwezig zijn in dit schilderij en die maken dat dit een sleutelwerk is in het oeuvre van Willem van de Velde de Jonge.
Een uitzonderlijk vroeg schilderij van Willem van de Velde de Jonge