Simon de Vlieger trouwde op 10 januari 1627 in Rotterdam met Anna Gerridts van Willige en werd tot 1633 herhaaldelijk in die stad geregistreerd. Begin 1634 verhuisde De Vlieger naar Delft, waar hij op 18 oktober lid werd van het schildersgilde. In december 1637 kocht hij een huis in Rotterdam van de schilder Cryn Hendricksz. Volmaryn voor 900 gulden. Als onderdeel van deze transactie stemde De Vlieger ermee in om gedurende een bepaalde periode schilderijen te leveren met een totale waarde van 31 gulden per maand. Het huidige schilderij is mogelijk gemaakt tijdens zijn verblijf in Rotterdam.
Volgens Dr. J. Kelch kan ons schilderij stilistisch gezien geplaatst worden tussen de voorstellingen van schipbreuken uit de jaren 1630 (schriftelijke mededeling 8 september 1984). Ondanks de groteske structuur van de golven, die doet denken dat deze storm een vroeg werk is, pleit de fraaie behandeling van de atmosfeer zonder enige twijfel voor de gegeven latere datering.’ Kelch suggereert dat het werk iets later is ontstaan dan het (nu verloren gegane) ‘Schipbreuk op de rotsen’ uit de Gemäldegalerie van Dresden. Met betrekking tot het laatste schilderij zou F. Willis opmerken dat ‘zonder het werk van Jan Porcellis dit schilderij ondenkbaar zou zijn’.
De expressiviteit van De Vliegers pasteuze golven wordt door geen enkele zeeschilder uit de zeventiende eeuw geëvenaard. Zelfs Rembrandt bewaarde werk van de kunstenaar in zijn privécollectie schilderijen. Dr. Walter Liedtke, conservator van het Metropolitan Museum of Art in New York, was zeer onder de indruk van de vrije penseelvoering van deze ‘uitmuntende De Vlieger’, die hij van ‘historisch belang’ achtte (schriftelijke mededeling 30 mei 1987).