Dit schilderij is het sleutelwerk van Hans Savery de Oude en verreweg het grootste. Er is niet meer dan een handvol van zijn gesigneerde werken bekend, samen met een paar toegeschreven schilderijen. Alleen werken die aan hem worden toegeschreven bevinden zich in musea in Nederland. Het Rijksmuseum in Amsterdam bezit een aan Hans Savery de Oude toegeschreven schilderij, voorstellende een walvis die is aangespoeld op de kust van Noordwijk (inv. nr. A 2526). In het Museum Boijmans Van Beuningen in Rotterdam is een ander toegeschreven werk te zien, een schilderij met schepen in een storm (coll. Van der Vorm). Savery’s kleurgebruik, dat gemakkelijk te herkennen is, en de ritmische golfslag, die zo kenmerkend is voor zijn werk, spelen beide een rol bij de toeschrijving.
In ieder geval is het huidige schilderij volledig gesigneerd en verreweg de belangrijkste bron van vergelijkingsmateriaal. Het huidige schilderij laat duidelijk zien dat hij werkte als een maniëristische marineschilder in de traditie van Pieter Brueghel de Oude.
In feite lijkt Hans Savery de Oude de ontbrekende schakel te zijn tussen die beroemde Vlaamse kunstenaar uit de tweede helft van de zestiende eeuw en de grote Haarlemse marineschilders uit het begin van de zeventiende eeuw, zoals Hendrick Cornelisz. Vroom, Cornelis Verbeeck en Cornelis Claesz van
Wieringen.
Het schilderij toont op de voorgrond en op de achtergrond een groot aantal fraai geschilderde schepen op een stormachtige zee, ongeveer 25 in totaal. Veel zeelui zijn bezig met de zeilen en het tuig. Overal zijn tekenen van paniek te zien, bijvoorbeeld op het schip uiterst rechts op het schilderij, waar de zeilen over het hele dek verspreid liggen.
Twee zeemonsters zijn zichtbaar, één links op de voorgrond, de ander rechts. In het midden drijven balen en vaten rond. De beweging van de grote golven doet sterk denken aan de schilderijen van Pieter Brueghel de Oude en Hendrick Cornelisz. Vroom. Niet voor niets is er een tekening van schepen in een storm in de collectie van Museum Boijmans Van Beuningen (inv. nr. H. Savery-I) die van oudsher wordt toegeschreven aan Hans Savery de Oude. Het werd pas in de jaren zeventig toegeschreven aan Hendrick Cornelisz. Vroom.