Beschrijving
Zeeschilder David Kleyne was de telg van een beulenclan, toch de grootste familie van beulen die ooit in Nederland voet aan de grond kreeg. Zijn vader Hendrik werd beul in Bergen op Zoom, als opvolger van zijn schoonvader. Davids ooms, oudooms, neven en nichten martelden en voltrokken doodvonnissen tegen een dagloon van zes gulden. Ze opereerden door heel Nederland: Haarlem, Den Haag, Breda, ‘s-Hertogenbosch en Vlissingen. Het noemen van de naam ‘Kleyne’ was vaak al genoeg kracht om bekentenissen van een verdachte af te dwingen.
Gesel en beulszwaard waren echter niet gewenst door de jonge David. Na de dood van zijn vader beveelt hij zijn neef aan om de positie van beul in te nemen. David koos voor het leven van een meester-schilder en moest genoegen nemen met een laag inkomen. Hij accepteert werk als behangselschilder en vermoedelijk assisteert hij Jan van Os bij het schilderen van mariniers. Zijn werk wordt gekenmerkt door een scherpe observatie van schepen. Bij zijn dood in 1805 liet hij een boekje na met daarin ‘Een verzameling van […] schepen van verschillende Soorten / geteekend door den zee- en scheepstekenaar D. Kleyne’. Sommige tekeningen uit dit album worden bewaard in het Maritiem Museum van Rotterdam. Al met al is de collectie een belangrijk document voor het interpreteren van de verschillende scheepstypen die rond 1800 in gebruik waren. David Kleyne en zijn plaatsgenoot Engel Hoogerheyden worden beschouwd als de belangrijkste chroniqueurs van de Zeeuwse maritieme geschiedenis rond 1800.