Het schilderij toont enkele visserspinken en een verzameling mensen aan de kust met de gebogen vorm van de duinen en een man te paard. Het ondiepe water wordt waargenomen vanuit een zeer laag gezichtspunt. Het kustlandschap, rechts, met het dorp Petten, is meeslepend en mooi. Links ligt een Nederlandse driemaster voor anker met de vlag van Enkhuizen aan het grootzeil en de Nederlandse vlag op het achterschip. In het midden ligt een driemaster die zeilen heeft gehesen en koers zet naar diepere wateren.
De zorgvuldige aandacht voor details toont een goed geïnformeerde kennis van de maritieme praktijk en scheepsarchitectuur van de kunstenaar.
De situatie van het vissersdorp Petten werd in de loop der tijd steeds nijpender. Door kusterosie spoelde het dorp langzaam in zee. In het jaar 1701 werd de nieuwe kerk van Petten gebouwd. De oude kerk verdween in de duinen en op het dak lag een dikke laag zand, zodat de kerk elk moment kon instorten.
De marineschilder Cornelis Verbeeck groeide op in Haarlem, waar hij rond 1610 lid werd van het plaatselijke Sint-Lucasgilde. De beruchte schilder, Rozenkruiser en erotomaan Johannes Torrentius (Verbeek) was zijn neef. Cornelis had ook een discutabele reputatie; hij kwam in zijn jeugd vaak in conflict met justitie. Zijn agressieve aard is bewaard gebleven in de schuilnaam ‘Smit’, afgeleid van het Nederlandse woord voor vechten. Ondanks zijn vele aanvaringen met de wet genoot Verbeeck succes als schilder in Haarlem. Hij maakte vooral kleinschalige scènes van zeeslagen, schepen die voor rotskusten dobberden en strandgezichten, maar ook een paar grootschalige schilderijen van historische gebeurtenissen.
Verbeeck had – in overeenstemming met zijn eigen aard – een voorkeur voor het afbeelden van schepen in storm.
Naast dergelijke fantastische afbeeldingen schilderde hij ook enkele topografisch en historisch correcte uitzichten van het soort zoals het huidige schilderij. De schilder signeerde zijn werk met ‘CVB’ of ‘CVB H’. Slechts een klein aantal van zijn schilderijen is vandaag de dag bekend.
Hoewel er geen bewijs is dat Verbeeck in de leer was bij de Haarlemse marineschilder Hendrick Cornelis Vroom (Nederlands, ca. 1563-1640), werd hij duidelijk door hem beïnvloed, vooral in zijn behandeling van ruwe golven met witte, haarachtige nevel en diepe golfdalen. De latere schilderijen van Verbeeck wijken af van de invloed van Vroom en bevatten complexere composities en een naturalistische weergave van de golven. Verbeeck’s zeegezichten haalden enkele van de hoogste prijzen in dat genre en zijn schilderijen komen voor in verschillende inventarissen van de midden- en hogere klasse in Haarlem.