Cornelis Claesz. van Wieringen was met Hendrick Cornelisz.Vroom (ook uit Haarlem), de belangrijkste vertegenwoordiger van de eerste generatie Nederlandse marineschilders.
Cornelis Claesz van Wieringen werd rond 1575 in Haarlem geboren. Net als zijn grootvader en vader, die zeekapiteins waren, was Cornelis ook zeevaarder. Karel van Mander schreef in zijn Schilder-Boek (1604) dat van Wieringen, ‘de zeevaart en andere ambachten verlaten hebbende, begonnen is schepen teekenen en te schilderen, met al wat daartoe behoort’ en roemde zijn uitzonderlijke technische kennis, vooral zijn ‘nauwkeurige en vaste hand voor het teekenen der touwen’.
Hij geeft daarbij blijk van een “wonderlijcken Gheest en verstandt” en “Omdat hij de eigenschappen der schepen verstaat, behoeft hij voor niemand te zwichten”, aldus Van Mander.
De schepen op deze tekening van Cornelis Claesz van Wieringen zijn schetsmatig, maar hun masten en tuigage zijn met grote kracht en nauwkeurigheid weergegeven. Het tafereel is getekend met dunne penlijnen, vooral voor het water op de achtergrond. Zijn kenmerkende stijl wisselde korte lijnen af met vloeiende parallelle lijnen.
Zijn tekeningen worden gekenmerkt door een temperamentvol en bijna impressionistisch penwerk, dat een persoonlijke interpretatie van de wereld laat zien. Deze tekeningen dienden zelden als voorbereiding, maar legden terloops ideeën vast.
Algemeen wordt aangenomen dat Van Wieringen in de leer is geweest bij Hendrick Cornelisz Vroom (1566-1640), de grondlegger van het genre ‘marineschilderen’, maar voor deze veronderstelling is geen bewijs. Vroom en Van Wieringen moeten elkaar zeker gekend hebben als medeburgers en rivaliserende zeeschilders.
De graveur, tekenaar en schilder Hendrick Goltzius (1558-1617) kan gezien worden als een schakel tussen de twee marineschilders.
Door verschillende auteurs wordt aangenomen dat Van Wieringen door Golzius is beïnvloed in zijn manier van tekenen en prenten. Er wordt zelfs gedacht dat Cornelis Claesz van Wieringen een leerling was van Goltzius. Goltzius kocht in 1603 een huis in de Haarlemse Jansstraat, dat grensde aan dat van Vroom.
Van Wieringen genoot een goede reputatie als specialist op het gebied van de zeevaart. Hij werd geprezen door talrijke schrijvers uit die tijd en kreeg belangrijke opdrachten van Haarlemse mecenassen en van de Amsterdamse Admiraliteit. In 1629/30 ontwierp hij voor het Haarlemse stadsbestuur een groot wandtapijt van ‘De inname van Damietta’, dat nog steeds in de magistratuurkamer van het Haarlemse stadhuis hangt.
Hoewel er maar weinig afbeeldingen van Van Wieringen zelf bewaard zijn gebleven, bestaan er wel veel tekeningen en prenten naar zijn ontwerpen. Deze omvatten niet alleen zeegezichten, maar ook havens, kustlijnen, landschappen en stadsgezichten. Van Wieringen overleed op 29 december 1633 en werd begraven in de Grote Kerk in Haarlem.
Biografie Cornelis Claesz van Wieringen.