BIOGRAFIE
Andries van Eertvelt werd in 1590 geboren in Antwerpen, waar hij in 1609/10 als meester toetrad tot het Sint-Lucasgilde. Andries van Eertvelt wordt algemeen beschouwd als de eerste en een van de belangrijkste Vlaamse marineschilders van de zeventiende eeuw. Zijn werk weerspiegelt de blijvende invloed van Pieter Bruegel de Oude. Hoewel er niets bekend is over zijn leertijd, wordt aangenomen dat hij in de Noordelijke Nederlanden werd opgeleid. In het werk van Van Eertvelt is een Nederlandse invloed waarneembaar, die mogelijk afkomstig is van Hendrick Vroom (1566-1640), hoewel Andries van Eertvelt niet noodzakelijk een leerling van Vroom hoeft te zijn geweest.
Andries van Eertvelt heeft het dramatische gevoel van het vroege werk van Vroom, de ‘vader’ van de Nederlandse marineschilderkunst, vooral in zijn gebruik van kleuren met een overheersende groene zweem, het palet van de eerste generatie marineschilders. Ook Van Eertvelt gebruikt in veel van zijn schilderijen hetzelfde motief van zeemonsters. Van Eertvelt woonde van 1628 tot 1630 in Italië, waar hij logeerde bij de schilder en cultureel attaché Cornelis de Wael in Genua, die mogelijk ook een vormende invloed heeft gehad.
Andries van Eertvelts marines, die een blijvende invloed uitoefenden op de zeeschilderkunst in de Zuidelijke Nederlanden, zijn exemplarisch voor de algemene tendens in de Vlaamse schilderkunst naar meer openlijke theatraliteit en retoriek, en onderscheiden zich van de relatieve terughoudendheid en ongekunstelde directheid van de meeste Nederlandse kunst. In zijn decoratieve werken is de getrouwe weergave ondergeschikt aan het spektakel.
Andries van Eertvelt specialiseerde zich in het nieuwe onderwerp van marinegevechten, gebeurtenissen, schepen en stormen op zee. Zijn werk, met zijn drukke, felgekleurde en dramatische stijl, werd zeer gewaardeerd door zijn tijdgenoten. De krachtige penseelvoering is typerend voor Andries van Eertvelts stile furioso, die lijkt voort te komen uit het werk van Agostino Tassi en cruciaal zou zijn voor de ontwikkeling van de zeventiende-eeuwse Vlaamse marine.
Uit verschillende bronnen kan worden afgeleid dat Andries van Eertvelt in hoog aanzien stond. In 1632, na zijn terugkeer uit Italië, eerde Van Dyck hem met een portret waarop hij zittend aan zijn ezel een schip in nood schildert, dat door het raam te zien is. Zijn hoge reputatie blijkt verder uit de huldiging van zijn werk in Cornelis de Bie’s Het Gulden Cabinet van de Edel Vry Schilderconst, uitgegeven in 1662. Hij prees Van Eertvelt voor het schilderen van zijn onderwerpen ‘naer het leven’ en voor het gebruik van
‘selfs ghe inventeert’ (zijn eigen ontwerpen).
Sommige werken van Andries van Eertvelt werden geëxporteerd naar markten in Portugal, Spanje en zelfs tot in Nueva España. Hij had ook een enthousiaste klantenkring in de Republiek der Nederlanden en was een van de eerste Vlaamse marineschilders die in Holland actief waren. Tot zijn leerlingen behoorden naar verluidt Hendrik van Minderhout, Matthieu van Plattenberg, Sebastian Castro en Gasper van Eyck. De laatste kopieerde vaak zijn leermeester.
Andries van Eertvelt succesvolle carrière zette zich voort na zijn terugkeer naar Antwerpen, en aan het eind van zijn leven was hij zeer vermogend. Op 23 juni 1649 huurde hij een huis aan de ‘Oever’ voor de aanzienlijke som van 240 florijnen per jaar. Drie jaar later, begin augustus, overleed Andries van Eertvelt op 62-jarige leeftijd. Cornelis de Bie loofde zijn werk als ‘soo crachtich ende soo soet/ Oft hy van jonghs af aen waer op Zee ghevoet’ (zo krachtig en zo zoet, alsof hij sinds zijn jeugd op zee was geweest).
HET SCHILDERIJ
De
Neptunus is gezien vanuit de stuurboord zijde en is ongewoon groot, want zij heeft vier masten, wat zeldzaam was voor Nederlandse zeeschepen uit deze periode. Het schip is goed bewapend, met al zijn geschutpoorten open, en brengt een saluut aan bakboordszijde. Het schip bruist van activiteit en maakt zich klaar om overstag te gaan, want er steekt een frisse bries op en de matrozen zijn druk in de weer met de zeilen van de voor- en de grote mast.
De reeks vlaggen op de schepen viert de Nederlandse zeemacht, en in het bijzonder die van de provincie Zeeland, waarvan de vlag prominent op de achtersteven van de
Neptunus prijkt. Achter de
Neptunus is een ander kleiner oorlogsschip al op weg aan bakboordzijde. In de verte zijn nog enkele andere schepen zichtbaar, waar het licht naar de horizon toe helderder lijkt te worden.
De compositie is met buitengewone nauwkeurigheid en aandacht voor detail opgezet, met elkaar kruisende diagonalen. De
Neptunus is prominent in het midden afgebeeld, omgeven door het groen van de golven die geleidelijk lichter worden naar de horizon toe, waardoor ruimtelijke diepte ontstaat. Het palet is klassiek Andries van Eervelt, met het diepe groenblauw van de zee, de groene golven bekroond door dunne witte krullende kruinen. De wervelende witte golven met hun gestileerde kruinen geven aan dat dit een relatief vroeg werk is, dat zeer waarschijnlijk is geschilderd voordat Andries van Eertvelt in 1628 naar Italië vertrok.
De scherpe golftoppen zijn geschilderd in golvende lijnen van afzonderlijke witte penseelstreken en stippen. De weergave van de golven lijkt te zijn gebaseerd op ervaring uit de eerste hand. De tuigage en details van het schip zijn zorgvuldig uitgevoerd. De figuren en onderdelen van de schepen, zoals de gereefde zeilen, worden geaccentueerd door opvallende en scherpe toetsen wit. Andries van Eertvelt voegt meer leven en dramatiek toe aan het tafereel door het contrast tussen het rijke crème van de wapperende zeilen, de warme tint van het scheepshout, het kleurrijke tafereel van de god van de zee en zijn gevolg op het achterschip, en de felle kleuren van de vlaggen en de kledij van de opvarenden.
DE SCHEPEN
Dit indrukwekkende oorlogsschip met vier masten, de
Neptunus, was een van de eerste in zijn soort. Door de veranderde politieke omstandigheden hadden de Verenigde Provinciën grotere oorlogsschepen nodig om de Spaanse schepen op gelijke voet te kunnen bestrijden en gelijkwaardig te zijn aan de Engelse bondgenoot. Grotere schepen waren ook een noodzaak als de Republiek onafhankelijke expedities verder van huis wilde ondernemen. Om haar vloot zo snel mogelijk uit te breiden wendde zij zich tot de Engelsen om grote oorlogsschepen te kopen en ook zelf te bouwen. Links op het schilderij is een achtersteven te zien van een kleinere driemasters dat de Nederlandse driekleur voert. Deze praktijk wordt geïllustreerd door het Engelse wapenschild op de tuigage.
Een schip als onderwerp zal voor een zeventiende-eeuwse beschouwer ook een morele lading hebben gehad. Het schip als symbool was vatbaar voor verschillende interpretaties, van het ‘Schip van Staat’ tot het ‘Schip van het Leven’. Metaforisch werd de toeschouwer eraan herinnerd dat het veilige beheer van een schip waakzaamheid, wijsheid, voorzichtigheid vereiste en, in het geval van het ‘schip des levens’, Gods leiding.
DE NEPTUNUS
Een tafereel van de god Neptunus met zijn gevolg is prominent afgebeeld op de kwartgalerij van de achtersteven van het oorlogsschip. Op de zijflank bevindt de god van de zee zich in zijn triomfwagen, getrokken door zeepaardjes, die voortdendert met godinnen, zeenimfen en andere zeedieren. Het tafereel is levendig, vol drama en woestheid. De deugden van de goden en godinnen zouden zijn verwerkt in voorstellingen in het schip zelf. Zo zou het boegbeeld van de onsterfelijke gevleugelde Pegasus, die snelheid, kracht en artistieke inspiratie vertegenwoordigt, er deel van hebben uitgemaakt. De decoratieve ontwerpen zouden de geesten van de zee gunstig stemmen en zo het schip beschermen.
De versiering op de achtersteven gaf vaak de naam van een schip aan. De Admiraliteit van Zeeland had twee oorlogsschepen met vier masten,
Neptunus genaamd, en er werden er niet veel gebouwd, omdat hun diepgang te diep was voor de ondiepe wateren rond de Lage Landen, waardoor schepen met een grote diepgang niet vrij konden manoeuvreren.
In de resoluties van de Admiraliteit van Zeeland bevindt zich een rekening van de staatskas van 1593. Daarin staat dat Simon Ykens een bedrag van 37 Vlaamse ponden ontving voor het schilderen van de Neptunus (ZA, Rekenkamer C, inv.nr. 6150 fol. 35v) en een voorschot ontving (ZA, Rekenkamer C, inv.nr. 36990 fol. 5).
In 1594 maakte Van Campenhout een beeld van een Neptunus dat in Veere werd gebouwd en dezelfde naam droeg. Een andere Neptunus wordt genoemd in de resoluties van de Admiraliteit van Zeeland van 16 september 1613 en 1 september 1614, toen admiraal Haultain uitvoerig verslag deed van het enteren van de houten versierselen van het schip.
Hieruit kan worden afgeleid dat dit schip inderdaad de Neptunus was, een van de hierboven genoemde schepen. Het is zeer waarschijnlijk dat Andries van Eertvelt de opdracht kreeg dit scheepsportret te maken om de viermaster met zijn indrukwekkende ornamentiek voor huidige en toekomstige generaties te gedenken. Er is geen bewijs dat hij het schip ooit in het echt heeft gezien.
DE ARTISTIEKE VERSIERING OP SCHEPEN
De traditie van scheepsversieringen gaat terug tot de prehistorie. Het ontwerp, de structuur en de materialen die bij de scheepsbouw werden gebruikt, leenden zich gemakkelijk voor versieringen, waarbij kleuren, minutieus houtsnijwerk en bladgoud een reeds mooie vorm nog mooier maakten. De versieringen namen de vorm aan van beschilderde zeilen, rompen, vlaggen, reliëfsnijwerk en tekens en symbolen op de boeg en de achtersteven.
Het houten sierwerk aan boord van een schip was het punt waar scheepsbouw, architectuur en kunst samenvloeiden, van eind 1500 tot de komst van stoomschepen en de invoering van stalen schepen. Een schip kwam van de werf zonder versieringen, behalve dan de basisarchitectuur. De versiering was een structureel onderdeel van de scheepsbouw en er waren algemeen aanvaarde regels voor de constructie ervan.
De belangrijkste humanisten en kunstenaars van die tijd moesten het iconografische programma voor de scheepsversiering opstellen en erop toezien dat het werk werd uitgevoerd volgens de instructies van de klant.
De ambachtsman werd vervangen door de kunstenaar, en professionele schilders werden gevraagd aan scheepsversiering te werken, een feit dat vaak over het hoofd wordt gezien. De decoratie van schepen was een belangrijke tak van artistieke activiteit in de zeevarende landen.
Deze praktijk van het versieren van marineschepen speelde een belangrijke rol bij het zichtbaar maken van de macht van de jonge Republiek rond 1600. De grootste schepen en de schepen die in hoog aanzien stonden, hadden een uitgebreidere versiering, met geschilderde en gebeeldhouwde figuren en ornamenten. Grote oorlogsschepen werden versierd om de militaire, politieke en soms voorouderlijke macht van een vorst en land te benadrukken, aangezien deze schepen vaak de enige directe uiting van een natie waren die door haar vijanden werd gezien.
De prachtig uitgevoerde versiering op de
Neptunus is hiervan een zeer zeldzaam en vroeg voorbeeld. Het uitvoerig en uitgebreid versierde schip, versierd met houtsnijwerk en vergulde versieringen, lijkt ontworpen voor een vertoon van grootsheid. De versiering is zo nauwkeurig in verf en in beeldhouwwerk weergegeven, dat men zou kunnen spreken van een tweede kunstwerk binnen het schilderij zelf.
Net als de versiering op de achtersteven was het boegbeeld vaak bedoeld om de rol of de naam van het schip aan te geven, en altijd, in het geval van marineschepen, om de rijkdom en de macht van de eigenaar aan te tonen. Het concept van “Magnificentia” in de decoratie van oorlogsschepen in de Nederlandse Republiek werd, net als in de rest van Europa, gezien als een middel voor een visueel vertoon van macht.
Lees hier de biografie van
Andries van Eervelt genaamd Neantkens