De zeeschilderkunst in het vierde kwart van de zeventiende eeuw werd gedomineerd door Ludolf Backhuysen en Abraham Storck, die erkenning verwierf met zijn haven- en estuariumscènes, vol met figuren en schepen. Afgezien daarvan bevat zijn oeuvre enkele zeeslagen van uitzonderlijk goede kwaliteit.
Abraham Storck werd geboren als jongste afstammeling van een Amsterdamse marineschilder familie. Zijn oudere broer Johannes, geboren in 1628, was ook een bekende marine-en stadsschilder.
Storck was de jongste zoon van Jan Jansz Sturck of Johannes Storck (1603-1673) uit Wesel en de jongste broer van Johannes Storck (1629-1673) en Jacobus Storck (1641-1711). Zijn moeder was Teuntje Jacobs. Hij werd gedoopt in de Noorderkerk.
Aanvankelijk werkte hij in het atelier van zijn vader, een fijnschilder. Het is ook mogelijk dat hij een opleiding heeft gekregen van Jan Abrahamsz.van Beerstraten, omdat zijn oudste broer trouwde met een schoonzus van de schilder aan de Rozengracht.
Zijn eerste gesigneerde werken dateren uit 1666.
In 1670 reisde hij met zijn broer langs de Rijn naar Duitsland. Na de dood van zijn vader in 1673. In 1688 werd hij lid van de Sint-Lucasgilde.
In 1694 trouwde hij met de weduwe van een chirurg, Neeltje Pieters van Meyservelt. Hij woonde tot 1702 in de Tuinstraat in de Jordaan. Aan het einde van zijn leven woonde hij in de Grote Kattenburgerstraat, niet ver van het Zeemagazijn en de VOC op Oostenburg.
Op 8 april 1708 werd Abraham Storck begraven op de St. Anthoniskerkhof in Amsterdam.
Pillar page Abraham Storck NL