DE KUNSTENAAR JAN PORCELLIS

Biografie van JAN PORCELLIS

Er is weinig bekend over de vroege leertijd van Jan Porcellis. Hij groeide op in Rotterdam, maar de stad stond niet bekend als een centrum voor de kunsten. Hij begon zijn carrière waarschijnlijk als graficus en werkte mogelijk voor de Rotterdamse graveur en uitgever Jan van Doetechum. De vrouw van deze laatste was verwant aan de Britse uitgever Geoffrey Whitney, wat kan verklaren waarom Porcellis enige tijd in Londen verbleef. De naam van zijn leermeester is niet bekend, maar Houbraken zegt wel dat hij een leerling was van Hendrick Cornelisz. Vroom (1562/3-1640).1 Na Porcellis’ faillissement in Rotterdam ging hij naar Gent en vervolgens naar Antwerpen, waar hij voor het eerst als schilder wordt genoemd en in 1617 lid werd van het Sint-Lucasgilde. Mogelijk ontwikkelde hij zijn snelle manier van schilderen in Antwerpen, waar hij een afspraak maakte met kuiper Adriaen Delen om twee schilderijen per week te maken of drie in twee weken. In zijn vormende jaren moet hij het werk van Vroom (‘de vader van de zeeschilderkunst’) van dichtbij hebben gezien, of op zijn minst in druk, en over diens avontuurlijke leven hebben gelezen in de biografie van Vroom in Karel van Mander’s Schilder-Boeck.

Aan het begin van zijn carrière schilderde hij in de maniëristische stijl van Vroom met zijn prominente groentinten, en hij was ook duidelijk beïnvloed door Jan Breughel de Oude (1568-1625). Rond 1620 begon hij zijn eigen revolutionaire stijl te ontwikkelen, waarbij hij de Vlaamse kleuren verving door zilverachtige golven en luchten en zo een totaal nieuw palet creëerde. Hij schakelde over van Vroom’s illustratieve marines naar realistische zeegezichten, en van schilderijen van gebeurtenissen naar sfeervolle werken. Hij veranderde de schema’s van Vroom met een toenemend naturalisme, gekenmerkt door meer gevarieerde technieken om golven en schuim weer te geven en door de nadruk op de lucht, de atmosfeer en de rijke modulaties van het licht als een middel om emotie over te brengen. Hij verlegde ook het zwaartepunt naar uitzichten op open water en een geconstrueerde ruimtelijke diepte, die hij overnam van Breughel, een van diens grootste prestaties in de landschapsschilderkunst. Porcellis paste de creatie van ruimtelijke diepte op het water toe op scènes van eenvoudige eenmasters en zeilboten aan de kust en in het binnenland. 

Hij observeerde de standaardelementen van de natuur, de zee en de scheepvaart van dichtbij vanuit een boot waarin hij de waterwegen bereisde, waarmee hij vooruitliep op de latere praktijk van Willem van de Velde de Oude en de Jonge.

JAN PORCELLIS

De Nederlandse viermeesters Hollantsche Tuyn en Rode Leeuw

Olieverf op paneel, 51 x 71 cm

Gesigneerd met monogram: IP

Voorheen Collectie Rob Kattenburg

Rond 1621/22 verhuisde hij terug naar de stad Haarlem in de Noordelijke Nederlanden, een epicentrum van artistieke innovatie dat aan het begin van de Gouden Eeuw grote revoluties in de schilderkunst kende en de bakermat was van de Nederlandse marineschilderkunst. 

De markt voor marines in Haarlem werd gedomineerd door H.C. Vroom, Cornelis Claesz van Wieringen en Cornelis Verbeeck, maar Jan Porcellis zag zijn kans schoon en greep die. Hij perfectioneerde zijn revolutionair-realistische stijl nog verder, waarbij zijn voorstellingen van lucht en water meer op de voorgrond kwamen te staan, gebaseerd op de ”parelgrijze luchten van Holland”. Dit zou zich ontwikkelen tot een bijna monochroom palet bij sommige schilders van de volgende generatie, zoals Simon de Vlieger en, in het extreme, bij Jan van Goyen. 

In Haarlem maakte hij de eerste van de sfeervolle composities waarmee hij beroemd werd. Binnen een paar jaar had hij financieel succes en werd hij in de woorden van zijn tijdgenoot, de Haarlemse stadschroniqueur Samuel Ampzing, geprezen als ”de grootste scheepskunstenaar”. 

JAN PORCELLIS

Vissers halen hun vangst binnen in zware zee; een regenboog boven hun hoofd

Gesigneerd met initialen

Olieverf op paneel, 32,3 x 39 cm

Collectie Van Otterloo, bruikleen aan Museum of Fine Arts, Boston

Inv. no. TR2014.15826.23

 

TEKENINGEN & PRENTEN

In de jaren 1620 verkende hij ook de standaardthema’s van het maritieme landschap in 15 tekeningen en een serie van 20 etsen met vissers op de kust, die werden gepubliceerd als Verscheyden stranden en water gesichten, Haarlem, ca. 1620. In 1627 publiceerde Claes Jansz Visscher in Amsterdam een serie van 12 etsen getiteld Icones variarum navium Hollandicarum, naar ontwerpen van Jan Porcellis, die verschillende soorten kleine werkschepen laten zien, die op realistische wijze de wisselende omstandigheden van wind en water observeren (zie afb. een boeier of boyer). De prenten werden niet alleen gewaardeerd als een catalogus van scheepstypen, maar ook als een verzameling moderne zeegezichten. De prenten waren ongekend in hun variatie van licht en donker en de behandeling van de elementen. Het kleurenschema van het prentmedium, met zijn witte, grijze en zwarte kleurenschema, zou hem op zijn beurt geïnspireerd kunnen hebben om het te gebruiken in zijn zogenaamde monochrome schilderijen.

JAN PORCELLIS

Woelige zee

Olieverf op papier, 220 x 335 mm.

Gesigneerd: I P

Voorheen Collectie Rob Kattenburg

JAN PORCELLIS

Visser

Pen en bruine inkt op geprepareerd bruin papier, 88 x 83 mm

Gesigneerd: I P

Voorheen Collectie Rob Kattenburg

Naast de schilderijen zijn er ongeveer 15 suvivingstekeningen, maar hij heeft er natuurlijk veel meer gemaakt. Op 22 april 1626 was er een veiling ”op de Rozengracht” in Amsterdam ”op verzoek van Johannes Paracelsis (Jan Porcellis)” om een aanzienlijk aantal van zijn eigen tekeningen openbaar te verkopen, bestaande uit 34 kavels. Twee koperplaten, zes prenten, een tekeningenboek en 91 andere tekeningen werden verkocht aan kopers van wie de namen en de prijzen zorgvuldig werden genoteerd in de registers. Zes tekeningen werden gekocht door ”Hendrick Aertz., knecht van Paracelsus,” een bevestiging dat Porcellis in Amsterdam een leerling had, Hendrick van d’Anthonissen, zijn enige gedocumenteerde leerling.

DE GROTE 'RAPHAEL' VAN DE ZEESCHILDERKUNST

Porcellis werd beschouwd als de grootste zeeschilder van zijn tijd en zijn werken markeren de overgang van de drukke en felgekleurde zeegezichten van de vroege 17e eeuw, met hun nadruk op de weergave van schepen, naar monochrome schilderijen die in essentie studies zijn van de zee, de lucht en atmosferische effecten. Naast pionier op het gebied van ’tonale’ schilderkunst in Haarlem in de jaren 1630, inspireerde hij de belangrijkste Nederlandse marineschilders van het midden van de 17e eeuw, met name Simon de Vlieger, Jan van de Cappelle en hun navolgers.

UITVINDER VAN MONOCHROME SCHILDERKUNST

Porcellis was de pionier van de tonalistische en atmosferische of grijze school. Zijn toon en stemming van schilderen waren revolutionair in die zin dat de sfeer allesbepalend was, scheepsacties werden gesublimeerd tot het tonaal schilderen van zee en lucht. Hij gebruikte dit systeem van tamelijk lage, dicht op elkaar liggende toonwaarden, gebaseerd op het geheel van de “parelgrijze luchten van Holland”. Misschien was hij gefascineerd door het medium prent met zijn witte, grijze en zwarte tinten, het kleurenschema dat hij op zijn beurt gebruikte voor zijn schilderijen.

JAN PORCELLIS

Scheepvaart op de Noordzee voor de eilanden Vlieland en Terschelling

Canvas gemonteerd op paneel, 102 x 158 cm.

Gemonogrammeerd op het wit van de vlag van de boeier aan de linkerkant: I P f

De restanten van het monogram zijn zichtbaar op de ton middenvoor op het schilderij: (J) P

Gedateerd: ca. 1625

Herkomst: Collectie Pierre Lapeyre (1820-1889), Château du Claux, Cantal; door afstamming, Collectie Val de Loire

Voormalig Collectie Rob Kattenburg

DE WERKWIJZE VAN DE KUNSTENAAR 

In Hoogstraeten’s verhandeling van 1678 staat een lange anekdote die de enige beschrijving is van Porcellis’ werkwijze. De auteur vertelt in een hoofdstuk gewijd aan ”De behandeling of de manier van schilderen” als voorbeeld van snelle uitvoering. Ik moet u vertellen over een wedstrijd tussen drie bijzonder begaafde schilders François Knibbebergen, Jan van Goyen en Jan Porcellis om in één dag een schilderij te maken dat door kenners zou worden beoordeeld. De derde was onze Parselles (Porcellis), de grote Rafaël van de zeeschilderkunst! Hij vormde het hele ontwerp van zijn werk in zijn verbeelding voordat hij zijn penseel in de verf zette. Maar het resultaat liet heel goed zien dat dit de juiste methode is; want hoewel hij langzaam werkte, deed hij alles met zekerheid en kennis, en tegen de avond was hij net zo klaar met zijn werk als zijn concurrenten. Hij werkte alla prima, want er is geen bewijs van voorbereidende tekeningen of ondertekeningen op de schilderijen zelf. Het werk van Porcellis toonde meer discriminerende natuurlijkheid [keurlijker naturlijkheyt] en buitengewone vaardigheid en hij werd uitgeroepen tot winnaar.5 

Hij vormde het schilderij als een mentaal beeld in zijn hoofd voordat hij aan het werk ging, maar de daadwerkelijke uitvoering van het schilderij ging heel snel [vaerdigheyt].   Deze methode, samen met het feit dat hij vooral in het midden zeer dunne verflagen gebruikte om ruimtelijke diepte over te brengen, verklaart misschien het kleine aantal schilderijen van Porcellis dat vandaag de dag nog over is.” 

Het overgeleverde oeuvre van Porcellis is klein en er zijn slechts ongeveer 51 schilderijen geïdentificeerd, met verschillende mate van zekerheid. We moeten aannemen dat de meeste van zijn werken verloren zijn gegaan door zijn snelle manier van werken. 

Er zijn ook veel marines die ten onrechte aan Porcellis zijn toegeschreven. Mariniers van Jan Porcellis van museumkwaliteit zijn uitzonderlijk zeldzaam, slechts drie schilderijen van dit niveau doken de afgelopen 50 jaar weer op in de kunstmarkt, waaronder ‘Scheepvaart op de Noordzee voor de kust van de eilanden Vlieland en Terschelling’.

CONCLUSIE

CONCLUSIE

Het schilderij ‘Scheepvaart op de Noordzee voor de kust van de eilanden Vlieland en Terschelling’ kan worden beschouwd als een van de hoogtepunten in het oeuvre van Jan Porcellis. Hij observeerde nauwkeurig de natuur met haar veranderende elementen met de nadruk op lucht, sfeer en rijke modulaties van het licht. Hij gebruikte nuances in wolken, licht, water en golven die resulteerden in een realistisch samenspel van zee, lucht en schepen.